How to Händel de Messiah (deel 6: De man achter de muziek)

1685 was een goed jaar voor het muziekleven in het Europa van de 18e eeuw. In dit jaar zagen maar liefst drie belangrijke componisten het levenslicht. In Napels en Eisenach kwamen respectievelijk Domenico Scarlatti en Johan Sebastian Bach ter wereld. Nog geen 200 kilometer van Bachs geboorteplek (via de A71 is het 189 km) werd in Halle an der Saal Georg Friedrich Händel geboren, de man die in deze rubriek centraal staat.
Händels gehele leven is doorspekt van anekdotes. Dat begint al bij zijn kinderjaren, waarin zijn muzikaliteit al vroeg aan het daglicht kwam. Vader Händel stond het zijn zoon echter niet toe om muziek te studeren. Het muzikantenleven bood in Händels dagen weinig prestige en financiële zekerheid. Door de onwil van zijn vader, was de jonge Händel genoodzaakt om in het geniep muziek te studeren. In 1697 stierf Händel senior en liet de familie met voldoende middelen achter om onbezorgd te kunnen leven. Händel junior maakte aanvankelijk geen gebruik van zijn vrijheid en begon een studie rechten, geheel naar wens van zijn overleden vader. Het bloed kroop echter waar het niet gaan kon en vanaf zijn zeventiende stortte Händel zich volledig op de muziek. Als jonge student en kerkorganist werd hij hooggeprezen door Georg Philip Telemann (1681-1767), die ook in de voorgaande editie van How to Händel the Messiah ter sprake kwam.

In 1703 verliet de inmiddels volwassen Händel plotseling zijn geboortestad Halle en verhuisde hij naar Hamburg, waar hij als violist en cembalist (klavecinist) bij de opera ging werken. Het had niet veel gescheeld of Händel was voor de eeuwigheid in Hamburg gebleven. Toen Händel vanaf het klavecimbel een opera van Johann Mattheson (1681-1764) dirigeerde, wilde Mattheson, die zelf een rol speelde in zijn eigen opera, in het laatste halfuur Händels taak overnemen omdat hij niet meer hoefde op te treden. Händel weigerde echter plaats te maken, waardoor de twee ruzie kregen en slaags raakten bij het verlaten van de opera. Het gevecht liep gelukkig goed af, doordat de degen van Mattheson brak op een knoop van Händels jas. Opvliegendheid was één van Händels voornaamste karaktereigenschappen en zou later onderdeel van zijn reputatie worden.

In zijn Hamburgse periode boekte Händel zijn eerste kleine successen. Een Toscaanse prins overtuigde Händel om zijn muziekstudie in Italië te voltooien. Hierop vetrok hij in 1707 naar Italië en ontmoette daar (destijds) beroemde componisten. Eén van die componisten was de hiervoor genoemde Domenico Scarlatti. De twee namen het tegen elkaar op in een improvisatieduel, waarbij beide componisten ter plekke moesten improviseren op een bepaald muzikaal thema. Naar verluidt stonden zij op gelijke voet met elkaar aan het klavecimbel maar was Händel de meerdere op het orgel. Deze gebeurtenis is op treffende wijze weergegeven in de film God rot Tunbridge Wells. Gedurende zijn tijd in Italië componeerde Händel zijn eerste grote successen, waaronder Dixit Dominus en de opera Agrippina, waarbij het publiek na afloop ‘Viva il caro Sassone!’ (Lang leve de geliefde Saks!’ (Händel kwam uit Saksen)) uitriep.

Händels succes bleef niet onopgemerkt en in 1710 werd hij benoemd tot hofkapelmeester aan het keurvorstelijk hof te Hannover. Zijn nieuwe positie stelde echter teleur en nog datzelfde jaar vertrok Händel zonder permissie van zijn broodheer, de keurvorst van Hannover, naar Londen. Hij leerde in korte tijd Engels (met een blijvend sterk Duits accent) en vestigde zijn naam definitief met de opera Rinaldo. Grotere successen lonkten in Londen en Händel was niet voornemens om terug te keren naar zijn vaste post in Hannover. Toen zijn voormalig werkgever, de keurvorst van Hannover, in 1714 koning van Groot-Brittannië werd en zich ook in Londen vestigde, hield Händel zich wijselijk gedeisd en componeerde hij een tijdlang in stilte. Al snel wist hij zich door middel van zijn muziek te verzoenen met de koning. Toen deze met zijn hofhouding een vaartocht over de Theems maakte, hoorde de vorst Händels muziek vanaf een ander schip, door Händel persoonlijk geleid. Deze orkestsuites zouden later bekend worden onder de titel Water Music. De koning riep Händel bij zich, vergaf hem zijn desertie, verdubbelde zijn salaris en liet de muziek nog drie keer opnieuw ten gehore brengen.

Vanaf dat moment maakte Händel naam, faam en kapitaal met Italiaanse opera. Dat de opera hem geen windeieren legde, kwam goed uit aangezien Händel een Bourgondische leeftijd genoot. Zo stond hij bekend om zijn enorme eetlust, hetgeen ertoe leidde dat hij zeer zwaarlijvig werd. Ook bezocht hij frequent kuuroorden, had een fraai huis in Londen, bezat een aanzienlijke kunstcollectie waaronder enkele Rembrandts en doneerde veel aan goede doelen. Die goede doelen zou hij later onder meer met Messiah gaan ondersteunen. Om dit alles te kunnen financieren moest Händel blijvend topprestaties leveren. De strijd met zijn collegacomponisten om de gunst van het publiek was zwaar. Het publiek was veeleisend en wilde telkens opnieuw vermaakt worden. Wat in de ene opera nog een muzikale noviteit was, kon in de volgende opera al als achterhaald ervaren worden. Naast het publiek moest Händel ook zijn solozangers tevreden houden. Hun torenhoge gages en diva-achtige sterrenstatus speelden hem soms parten. Zo dreigde Händel eens een sopraan uit het raam te gooien, wanneer zij bleef weigeren om een aria uit zijn opera Ottone te zingen.

In 1727 werd Händel genaturaliseerd tot Brits staatsburger. Tot dan toe leefde hij officieel als Duitse migrant in Londen. Datzelfde jaar vond er een troonswisseling plaats waarbij Händel eens te meer zijn band met het koninklijk hof onderstreepte door de Coronation Anthems te componeren voor de kroningsceremonie. Vanaf deze periode ging het in de operawereld echter steeds slechter. Het Britse publiek keerde zich af van de Italiaanse opera en wenste Engelstalige muziek in Engelse stijl voorgesteld te krijgen. Tot overmaat van ramp raakte zijn moeder verlamd waarna hij naar Halle afreisde om haar op te zoeken. Hier ontving hij de oudste zoon van Bach, maar een treffen met Johan Sebastian bleef uit. Eenmaal terug in Londen, focuste Händel zich in toenemende mate op het oratorium (zie voorgaande editie van How to Händel the Messiah). In 1737 raakte hij echter gedeeltelijk verlamd door een beroerte. Het zou het begin inluiden van Händels fysieke aftakeling. Desondanks herstelde hij van zijn verlamming en schreef hij in 1741 zijn eerste versie van Messiah. De opbrengst, zo’n 400 Pond, verdeelde Händel over drie goede doelen. De rechten van dit oratorium gaf hij aan een kinderweeshuis, dat met de opbrengsten uit latere uitvoeringen in onderhoud kon voorzien. Naast een opvliegerige levensgenieter was Händel ook een weldoener, iets dat redelijk modern was voor de tijd waarin hij leefde.

Tot op hoge leeftijd bleef de componist meesterwerken afleveren. Tijdens het componeren van Jeptha verloor hij echter het zicht aan zijn linkeroog. De originele partituur van dit werk is hiervan een stille getuige. Aan het eind van het tweede deel, verliest het handschrift zijn gewoonlijke vastigheid. Bij het slotkoor schreef Händel: ‘Tot hiertoe, de 13e februari 1751, verhinderd, wegens het gezicht van mijn linkeroog.’ Een operatie door John Taylor, in naam een oogarts maar feitelijk een kwakzalver, leidde er slechts toe dat Händel ook aan het andere oog blind raakte. Hetzelfde lot overkwam overigens ook Bach, die heel ironisch door dezelfde ‘arts’ was geopereerd. Zijn gezichtsverlies leidde tot grote neerslachtigheid maar na enige tijd herwon Händel zijn levenslust. Hij leerde zijn orgelconcerten uit het hoofd en legde zich tot zijn dood enkel nog toe op het improviseren. Het einde kwam desondanks onverwacht voor de ‘charmante bruut’, zoals een tijdgenoot Händel eens typeerde. De voorheen nooit uitgesproken religieuze Händel sprak een dag voor zijn dood de devote wens uit, om op Goede Vrijdag te willen sterven, opdat hij ‘zich met de lieve God, de genadige Heer en Heiland op de dag van zijn opstanding te mogen verenigen’. Op 20 april 1759 werd Georg Friedrich Händel onder massale belangstelling begraven in Westminster Abbey, een eer die slechts de groten der aarde te beurt viel.

Wie vandaag de dag als toerist een bezoekje brengt aan deze kerk en daarbij de audiorondleiding volgt, hoort bij het passeren van Händels grafmonument de volgende aria:

I know that my Redeemer liveth

Uiteraard uit Messiah.

handel

Over How to Handel the Messiah

How to Händel the Messiah is een serie achtergronden bij de Messiah van de hand van Henric-Jan Blok en Wouter Baas die werd geschreven in de aanloop naar het 10e lustrum in 2016. Lees ook de andere delen uit deze serie: